
Meer wetgeving nodig in de wereld van crypto
Zo verliezen toezichthouders de crypto-wedloop, schrijft AFM-voorzitter Laura van Geest in haar periodieke column voor het Financieele Dagblad. De column verschijnt op vrijdag online (achter inlog) en op zaterdag in de krant.
Op de een-na-laatste dag van 2024 was het officieel: Nederland kreeg wetgeving voor cryptodienstverlening, het zogenaamde Markets in Crypto Assets Regulation (MiCAR). Alleen met een vergunning mag je crypto-diensten aanbieden. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verleende tot nog toe tien nieuwe vergunningen, waarbij het beoordeelde of de opzet van de bedrijven aan de regels voldoet en solide oogt, en of de beleidsbepalers geschikt en betrouwbaar zijn.
Nu is de AFM aan de slag met haar toezicht, om te zien of het papier de praktijk overleeft. Alles onder controle dus? Helaas, niets is minder waar.
Onderspit delven
Crypto’s veroveren gestaag een plek in de portefeuilles van Nederlandse beleggers. Volgens Rabo Research belegt inmiddels 26% van hen in crypto(trackers), goed voor zo’n kwart van hun vrij beschikbare vermogen. Het bezit vindt bovendien steeds breder ingang: 34% van de beleggende 18 tot 54-jarigen heeft crypto’s, en zelfs 13% van de seniorenbeleggers (55 tot 80 jaar) doet mee. Toezicht kan echter niets afdoen aan het intrinsieke risico: crypto’s hebben geen onderliggende waarde, en hun waardering is – zacht gezegd – lastig.
[....]