Het vrijheidsdividend: over defensie, belasting en vijandschap
‘Vrijheid is niet gratis.’ Met die inmiddels veelvuldig herhaalde zin kondigde het CDA onlangs zijn voorstel aan voor een zogenoemde vrijheidsbijdrage: een (doel)belasting waarmee burgers en bedrijven moeten bijdragen aan de versterking van de Nederlandse defensie. Het voorstel lijkt op het eerste gezicht een pragmatische begrotingsmaatregel, ingegeven door NAVO-verplichtingen, toenemende geopolitieke spanningen aan de Europese flanken en een onvoorspelbare bondgenoot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Maar wie beter kijkt, ziet dat hier iets fundamentelers op het spel staat: de verhouding tussen staat, gemeenschap en belastingheffing zelf.
Belastingheffing is van oudsher niet slechts een financieel instrument, maar een constitutief element van staatsvorming. Staten ontstaan, groeien en behouden hun legitimiteit niet in de eerste plaats doordat zij herverdelen, maar doordat zij zich weten te organiseren tegenover een reële of denkbeeldige vijand. Oorlog en belastingheffing zijn in die zin twee verschijningsvormen van dezelfde politieke mobilisatie: de collectieve bereidheid om iets van het eigene op te offeren ter bescherming van het gezamenlijke. De moderne belastingstaat draagt nog altijd de sporen van dat ontstaan uit conflict, ook al zijn de concrete oorlogen waarvoor hij ooit werd gemobiliseerd, allang voorbij.
[....]